Mogelijke warmtebronnen
Er zijn diverse goede alternatieven voor aardgas. Wat de beste en goedkoopste is, hangt af van het type woning en de woonwijk. Voor het verwarmen van oude, slecht geïsoleerde woningen is een hogere temperatuur nodig dan bij nieuwe, goed geïsoleerde woningen. Ook het aantal huizen per buurt (de bebouwingsdichtheid) is bepalend voor de keuze voor een collectieve of individuele warmte-oplossing. Kijk op www.expertisecentrumwarmte.nl voor meer informatie over de verschillende warmtebronnen.
Warmtenet
Een collectieve oplossing is een warmtenet. Dat is een ondergronds stelsel van buizen waardoor warm water stroomt. Het is als het ware een grote CV-installatie voor de hele buurt. Uiteraard kan je voor elke woning zelf de temperatuur regelen en wordt ook het energie- en waterverbruik gewoon per huis bijgehouden. Warmtenetten zijn er in verschillende soorten. Hoe de woningen geïsoleerd zijn, bepaalt voor een groot deel welk type het meest geschikt is. De warmte kan uit verschillende bronnen komen: aardwarmte uit de diepe ondergrond (geothermie), industriële restwarmte of uit een biomassacentrale. Aquathermie (warmte uit oppervlakte-, drink- of afvalwater) levert alleen lage of, na elektrische opwerking, middentemperatuur warmte. In dat geval moet het tapwater altijd opgehoogd worden tot minimaal 60°C (net zoals nu bij een traditionele CV-ketel). Dit om legionellabesmetting te voorkomen.
All electric
Als woningen te ver uit elkaar liggen of als er geen geschikte warmtebron in de buurt is, is een individuele all electric oplossing een mogelijkheid. Per huis wordt dan omgevingswarmte gewonnen uit de lucht of de bodem. Dat gebeurt met een warmtepomp, die de warmte uit de buitenlucht of in de bodem verplaatst naar de binnenkant van de woning. Een warmtepomp levert altijd lage temperatuur, dus de woning moet voldoende goed geïsoleerd zijn. Ook zijn er speciale afgiftesystemen nodig, zoals vloerverwarming.
Groen gas
Ook met groen gas, zoals biogas of waterstof, kun je een woning verwarmen. Biogas wordt gewonnen vanuit de vergisting van organische reststromen, vaak uit de landbouw. Na aanpassing van installaties, kan het ook voor het verwarmen van woningen gebruikt worden. Net als waterstof is biogas (nog) schaars. Nederland heeft bij lange na niet genoeg organisch restmateriaal en waterstof is bovendien tamelijk kostbaar om te maken. Beide gassen zijn goed bruikbaar voor de transportsector en de industrie. Op de energietransitie zullen ze slechts beperkt invloed hebben. Bij woonwijken waar geen andere oplossing haalbaar of betaalbaar is, zou groen gas ingezet kunnen worden.
Waterstof als alternatief
De uitdagingen van de warmtetransitie zijn fors: Zuidplas aardgasvrij in 2050. In de huidige energiesituatie maken we ongeveer voor 20% gebruik van elektriciteit en voor 80% gebruik van aardgas en vloeibare fossiele brandstof (zoals benzine of diesel). Daarom wordt er onderzoek gedaan naar andere technieken waarbij er geen fossiele brandstoffen worden gebruikt en er geen CO2-uitstoot is. Meer en meer wordt er gesproken over waterstof en wat dit voor de energietransitie kan betekenen. Maar weet iedereen nu eigenlijk wat waterstof precies is en hoe het wordt toegepast?